dinsdag 25 november 2008

Wie kan me de weg in de catalogus vertellen mijnheer?


Het is verbazingwekkend met welke snelheid onze bibliotheekcatalogi veranderen. We spreken niet meer over de oude kaartcatalogus met zijn beperkt aantal ingangen (ook al doen ze in Michigan pogingen om de herinnering levend te houden). Weg met de op DOS gebaseerde prehistorische geautomatiseerde catalogi (ook al kom je ze hier en daar nog tegen). Lang leve de octopus-catalogus die zijn tentakels uitspreidt en de gebruiker verleidt te verdwalen in een zee van informatie.

Want verdwalen doe je in die sociale bibliotheekcatalogi, aangetrokken door flitsende link hier of die uitnodigende commentaar daar. Want in essentie wou ik met mijn catalogus mijn gebruiker duidelijk maken wat hij/zij in mijn bibliotheek kan vinden. Daarna ging ik wat toevoegen zodat op basis van de informatie in de catalogus al duidelijker werd of dit het echt gewenste materiaal was, en hints over de leengewoonten van andere gebruikers, en suggesties met betrekking tot verwante onderwerpen, en verwijzingen naar informatie op het wereldwijde web wanneer de bibinfo niet meer volstond, en mijn gebruiker mag dan tussendoor ook nog mijn aankoopbeleid evalueren en kritisch becommentariëren. En indien hij/zij niet oppast ga ik hem/haar binnenkort ook nog bestoken met mijn goedbedoelde suggesties.

Maar lust mijn bezoeker hier pap van? Mijn praktijkervaring vertelt me dat de doorsnee bezoeker intensief mijn OPAC's raadpleegt, maar meestal enkel om te kijken of materiaal zus of zo in de bib aanwezig is en of over een bepaald onderwerp informatie beschikbaar is.
Je moet mij niet overtuigen van het nut van al die mogelijkheden die we via de catalogus aanbieden. Alleen rest er ons nog een lange weg om onze leden er ook effectief gebruik van te laten maken. En dit kan enkel door het te demonstreren, life in de bibliotheek of door middel van een scale aan presentatietools. Maar waar zijn de bibliotheken die hiervoor personeel kunnen en willen vrijmaken?

zondag 23 november 2008

Music maestro


Ik had al wel van Last.fm gehoord maar nog nooit de site bekeken. Zoals gevraagd braaf een account aangemaakt, een aantal namen van favorieten ingetikt en maar direkt gelinkt aan de iTunes-bibliotheek op mijn pc. Zit nu te luisteren naar een stroom van muziek die ik best kan waarderen. Dus ja, het werkt! Alleen, ik ben er nog één van de generatie die alleen kan studeren en werken in stilte. Dus ik speel zelden muziek op mijn computer en dat zal je dus merken op de speellijst in mijn blog. Veel verandering zal je hierop niet meemaken.
Ik heb bovendien op mijn iPod een massa nummers gezet zonder al te veel selectie, er was toch plaats zat. Dus of het echt allemaal mijn favorieten zijn?

En wat kan de bibliotheek hiermee? Onze catalogus biedt 'Wie dit leent, leent ook...' al aan, maar de suggesties van Last.fm zijn toch wel een stuk accurater. Dus een koppeling catalogus-Last.fm is dan toch mooi meegenomen. Maar misschien is het meer aangewezen om de gebruikers enkel vertrouwd te maken met Last.fm en hen zelf hun gang te laten gaan.

Facebook

Ik heb dus maar een profiel aangemaakt in Facebook en ben wat beginnen rondklikken op namen. Heb vastgesteld dat vaak dezelfde 'vrienden' terugkomen uit de andere dingen maar heb uiteindelijk toch maar besloten om geen vrienden te maken. Privé voel ik niet de minste behoefte om hiermee aan de gang te gaan. In de bibliotheekcontext voel ik meer voor de vakgerichte sociale netwerken maar ook daar voel ik me momenteel niet geroepen om erg actief te worden. Zo ben ik al geruime tijd lid van Bibliotheek 2.0 maar veel meer dan een profiel aanmaken is daar ook nog niet gebeurd.

zondag 16 november 2008

LibraryThing

Mijn eerste kennismaking met LibraryThing dateert al van het najaar 2006, maar mijn eerste ervaring was niet zo positief. In een poging om mijn persoonlijke bibliotheek in te voeren (hoofdzakelijk Nederlandstalig)vond ik weinig terug in de beschikbare databanken en ik had weinig zin om in mijn vrije tijd nog een beetje aan catalografie te doen. Toen het VCOB een halfjaartje later liet weten dat voortaan ook de Openvlacc bevraagbaar was vanuit Librarything heb ik een nieuwe poging ondernomen. En driewerf hoera, zogoed als elk werk uit mijn bibliotheek kon ik overnemen.

Als je echt de intentie hebt om je volledige bibliotheek op te nemen, zijn de 200 gratis titels natuurlijk snel opgesoepeerd. Ik heb dan ook een levenslang lidmaatschap genomen. Nadien wel wat tijd geïnvesteerd om alle titels in te voeren (ook de boeken van mijn vrouw zitten er bij). Dat invoeren gaat trouwens heel snel. Ik steek alleen wat meer tijd in het toevoegen van de omslagillustratie die, als je een snelle invoerder bent, niet steeds beschikbaar is. Ik vul de Openvlacc-informatie ook meestal nog aan met de korte inhoud van het boek. Sinds ik mijn retro-catalografie achter de rug heb probeer ik ook alle, sinds dan gelezen boeken, van een sterrenkwotering en (eventueel) commentaar te voorzien. Om één of andere duistere reden vergeet ik echter meestal trefwoorden toe te kennnen.

Ik ben ook ingeschreven op een aantal discussiefora van Librarything (o.a. Dutch Librarians who...) maar ik moet vaststellen dat hierop weinig leven te bespeuren valt. Ook merk ik dat ik Librarything zelden gebruik om leessuggesties te vinden, die krijg ik via andere kanalen, maar wel om in boekhandels informatie over mijn titels te kunnen vinden.

Ik voel ook niet onmiddellijk behoefte om de catalogus van de Bibliotheek Turnhout te linken aan Librarything. Binnen mijn eigen (web)catalogus beschik ik al over heel wat tools om mijn gebruikers op weg te zetten: wie dit leent leest ook; verwante auteurs; Meer over Media; V-link en V-spaces. Binnenkort wordt dit aanbod nog uitgebreid met de mogelijkheid voor gebruikers om te kwoteren en commentaar toe te voegen.

Fietsen in web 2.0

In mijn profiel kan je lezen dat ik wel wat tijd op de fiets doorbreng. Zo maak ik jaarlijks een meerdaagse fietstrip met mijn schoonbroer en de route uitstippelen was en is telkens weer één van de leuke bijkomstigheden. En ook hier brengt web 2.0 heel wat extra plezier. zo kunnen we sinds de start van Google Maps onze ritten uittekenen op computer (met automatische afstandsteller) en de voorstellen uitwisselen. Door de link met Google Earth kunnen we onze route vooraf reeds virtueel aftrappen (erg knap in de 3D-modus) of nadien zitten nagenieten. Sinds deze zomer ben ik bovendien de trotse bezitter van een fiets-gps waardoor de beleving nog completer wordt. Gereden trajecten kan ik vanuit de gps opladen naar de computer en bekijken op de kaarten van Google Maps of omgekeerd op de pc uitgetekende ritten downloaden naar de gps en deze, inclusief de nodige aanwijzingen, fietsen. Bovendien ben ik niet de enige bezitter van een gps en biedt het web mij reeds op diverse sites een keur aan gps-trajecten die anderen mij hebben voorgereden, mooi geordend op plaats, niveau, traject, enz.
Laatst zag ik in een publicatie een advertentie voor een lichtgewicht filmcamera die kon bevestigd worden op een fietshelm. Misschien kan binnenkort het thuisfront meegenieten van de fietsavonturen van pa in Frankrijk.

Een filmpje doen

Wie surft op het internet en Youtube niet kent is ziende blind. Op de meest waarschijnlijke en onwaarschijnlijke momenten word je wel met een filmpje geconfronteerd. Zelfs de nieuwsdienst van de VRT neemt ze op in haar berichtgeving. Waarom zouden bibliotheken dan voorbijgaan aan het fenomeen.
Ik zie er trouwens meer brood in dan in de podcasts, beeld spreekt meer aan dan geluid en je kan de info ook gebalder houden. Enkele sfeerbeelden van een uitbreidingsactiviteit vertellen de bezoeker meer dan een geluidsfragment van dezelfde gebeurtenis. Ik vermoed dat je ook sneller medewerking van je gebruiker kan krijgen voor een filmpje dan voor een podcast. Het idee van de bib van Middelkerke om jongeren promofilmpjes voor de bibliotheek te laten maken vind ik dan ook prima gevonden.

Maar net zoals bij podcast, en misschien zelfs meer, vraagt het opnamemateriaal bewerking. Het aanbrengen van titels en onderschriften, wegknippen van langdradige passages, eventueel bewerken van de klankband enz. moet vermijden dat de gebruiker snel ontgoocheld afhaakt. En dit vraagt tijd, erg veel tijd. En welke bibliotheek heeft die zomaar ter beschikking? Misschien rekenen op een ijverige hobbyist die zijn diensten wil aanbieden?

Heb zelf als test een (onbewerkt) filmpje op Youtube gezet. Het is een opname van de toespraak die Koen Peeters op 15 oktober hield bij de opening van de tentoonstelling over Kamiel Vanhole in de bib van Turnhout. Het filmpje is opgenomen met een digitaal fototoestel waarvan de geheugenkaart veel te snel vol was (verklaring voor het abrupte einde) en waarop geen bewerking is toegepast (verklaring voor de voor de lens lopende dame). Gewoon een test dus.

dinsdag 11 november 2008

Een podje luisteren

Podcasts zijn best een boeiende web 2.0 toepassing: een radio-uitzending herbeluisteren, een luisterboek meepikken... Alleen blijft de vraag of je als bibliotheek in dit reeds aanzienlijke aanbod een plaats kan verwerven. Ik kan me goed voorstellen dat je een podcast maakt van die lezing of dat optreden in je bib. Maar zijn er nadien ook luisteraars die je podcast binnenhalen en beluisteren? De echte geïnteresseerden waren toch aanwezig op die activiteit?
Bovendien kan ik me best inbeelden dat het ruwe opnamemateriaal nog wat nabewerking kan gebruiken: storende geluiden verwijderen, pauzes knippen, herhalingen vermijden, ... Je wil toch zeker niet dat je podcast bij je luisteraars herinneringen oproept aan de dia- en videoavonden van weleer; enkel boeiend voor de maker van de opname maar oervervelend voor de kijker/luisteraar. Dus zomaar snel een opname het web opgooien lijkt me niet zinvol.
In mijn bibliotheekverleden kan ik me maar weinig gebeurtenissen inbeelden die ik via een podcast met mijn gebruikers had willen delen. Het sop en de kool nietwaar!

Het lijkt me daarentegen wel zinvol je gebruikers via website of blog te attenderen op het bestaan van podcasts. Of misschien wel opname in je (online)catalogus.

vrijdag 7 november 2008

(s)chatjes !

Leer mij niet wat chatten is met 3 puberdochters. Met de linkerhand worden de sms-jes uitgewisseld, met de rechterhand worden een vijftal chatsessies gevolgd en ondertussen dreunen de beats door de oortjes van de Ipod. Probeer ze dan maar eens aan tafel te krijgen voor de soep koud is. IM hoort ontegensprekelijk tot de leefwereld van onze jongeren.

Maar wat doe je er als bib mee?
Je een cool imago aanmeten om voeling te krijgen met deze afhakende doelgroep? Vergeet het! Chatten is veel roddelen en kletsen over alles en nog wat, vooral over de vriendjes en vriendinnen. En ja, soms ook informatie vragen over de schooltaken. Maar ik denk niet dat door een rol voor de bib is weggelegd. Het zijn antwoorden op vragen waarbij je als ouder moet vaststellen dat je eigen schooltijd veel te ver achter de rug ligt.

En wat doe je met dat gehanteerde taaltje? Ga je als bibliotheekmedewerker converseren in 'Algemeen Beschaafd Chats' of een imitatie proberen van hun typische chatconversaties? Dat vergt heel wat ervaring en permanente oefening en ik zie hiervoor niet direkt mogelijkheden weggelegd in mijn bibliotheek. En met dat 'net niet' taaltje maak je je snel hopeloos belachelijk.

En, hoor ik je al opmerken, kunnen we IM dan niet gebruiken in de informatiebemiddeling? Mag ik dan een tegenvraag stellen? Wat biedt IM hier meer aan mogelijkheden dan bijvoorbeeld een vraag gesteld via e-mail? Zelf zie ik het enige voordeel dat je sneller tot vraagverduidelijking kan komen, maar daarna lijkt de traditionele mail me zeker zo handig.

Google docs - part 2

Hier ben ik weer na een weekje blogstilte. Ondertussen wel de blogs blijven volgen van de collega-cursisten waarbij er enkelen toch een meer dan gemiddelde vaardigheid aan de dag leggen.
Ook na deze week bedenktijd zie ik mezelf niet veel gebruik maken van Google docs. Bij de vorige dingen had ik vaak het gevoel dat de tool wel iets kon betekenen binnen de (interne en externe) werking van de bib. Bij Google docs heb ik dat gevoel niet. Ik heb steeds naar behoren mijn ding kunnen doen met MS Office en de 'standaard' manieren om documenten te delen en te bewerken. Maar wat nu niet is, komt misschien nog wel.
Om toch braaf mijn opdrachtjes af te werken publiceer ik een Powerpointpresentatie die ik voorstelde tijdens de laatste Low Countries Library Link in Dronte (1-3 oktober 2008). Het is de voorstelling van een leesproject met anderstalige allochtonen. De originele presentatie (en deze van de andere sprekers) kan je bekijken op de verslagpagina van de Low Countries Library Link.