Beste lezer, we zijn hier werkelijk met onze poep in de boter gevallen. De CdH is een heerlijk landhuis dat geschiedenis uitstraalt en de ligging aan de oever van de Ain is onovertroffen. Vanuit het raam waaraan ik nu in het zonnetje zit te typen, heb ik uitzicht op het blauwgroene water van de rivier dat met luid geraas over een stuw komt gestroomd. De kamers zijn onberispelijk en er is zelfs een apart keukentje beschikbaar waar we onze picknickspullen kunnen afwassen. Er is wel geen wifi maar de eigenaars laten me zonder problemen gebruik maken van hun computer. Bijgevolg moet u ook nu uw dagelijks ritverslag niet missen.
Vannacht heeft het in Arc-et-Senans flink geregend maar deze ochtend was de lucht opgeklaard. Er dreven wel wat (grijze) wolkjes in het blauwe zwerk maar niets liet voorzien dat het spoedig zou gaan regenen. Bovendien was de temperatuur nog steeds behaaglijk en de lucht gezuiverd door de nachtse regenbui. Omstreeks halfacht zaten we reeds met de beentjes onder de ontbijttafel en drie kwartier later beklommen we reeds ons carbonnen (respectievelijk titanium) ros.
Zoals in het blogbericht geschreven was de natuur vandaag op haar best maar de regen had ze weer tevoorschijn doen komen, de gladde donders. De voorbije dagen was ons reeds een zeldzaam en verdwaald exemplaar in stofjas onder de ogen gekomen, maar vandaag waren ze weer talrijk op het appel, de gladjanussen. Ik heb het, beste blogverslinder, over de naaktslak waarvan u in bijgevoegde illustratie een volgroeid exemplaar te zien krijgt. Deze bruinoranje slierten komen
in groten getale het wegdek opgekropen in vochtige omstandigheden en de wegen waren, vooral in de bossen nog niet volledig opgedroogd. Eén enkel onding valt nog te vermijden maar wanneer de duivels als een Romeinse falanx ons pad kruisen vallen ze moeilijk te ontwijken. Het resultaat van een dergelijke ontmoeting is een slijmerige plek op de weg en een kleverige substantie op de schuine buis die 's avonds na aankomst slechts met de grootste moeite en heel veel water valt te verwijderen.
De Juraheuvels lagen de ganse voormiddag groen te wezen en de talrijke hoorndragers liepen al klingelend door de weiden. De eerder zeldzame auto's konden zonder veel problemen genegeerd worden. De zon bleef tot de middag meestal van de partij al nam het wolkendek in omvang toe en werd de kleur ervan steeds grijzer. Nog geen vijf minuten na het beëindigen van onze middagstop was het zo ver. Onze begeleiders mochten zich klaarmaken, niet voor het lossen der duiven maar voor het aanreiken der regenjasjes. De lucht was ondertussen zo zwanger geworden van regendruppels dat het pakket te zwaar geworden was om hoger te blijven dan ongeveer 1 meter 70 (de hoogte van het bovenstuk van mijn fietshelm wanneer de eigenaar van het kleinood het bewuste deksel op zijn hoofd heeft en hiermee op zijn fiets gezeten is). Mijn excuses beste lezer dat onderhavig blogartikel de allures begint aan te nemen van een uit de kleigrond onttrokken boerenroman, maar de vandaag aanschouwde pastorale landschappen hebben blijkbaar een gevoelige snaar geraakt.
Met het voorgaande wil ik enkel duidelijk maken dat tijdens onze tocht doorheen het dal van de Ain de hemelsluizen een tweetal keer opengingen waardoor de herinneringen aan onze Frankrijktochten van de voorbije jaren terstond opdoken. Maar een twintigtal kilometer voor de aankomst in de CdH verdwenen de wolken en begon de zon opnieuw in alle glorie te stralen, zodat we opgedroogd onze overnachtingsplaats bereikten.
De fietsjes zijn ondertussen gepoetst, net zoals de vermoeide lijven en straks zoeken we een eettent op omdat ook de innerlijke mens moet worden voldaan. Daarna het nestje in om morgen met frisse moed de tweede helft van onze fietsvakantie aan te vatten.
Van aan de boorden van de Ain de groeten aan de thuisblijvers.