woensdag 11 november 2009

Netwerken

Ik was gisteravond aanwezig op de infoavond van de Werkgroep Industrie Turnhout, de lokale antenne van Voka – Kamer van Koophandel Kempen. Mijn belangstelling was vooral gewekt door de lezing van de gastspreker Phillip Vandervoort, General Manager BeLux van Microsoft. Onder de titel ‘A new world of work’ presenteerde hij een visie op de veranderende manier van bedrijfsvoering door de steeds sneller voortschrijdende technologische evolutie en de impact hiervan op werkrelaties en –processen. Het wekt geen verwondering dat de spreker stil bleef staan bij het gemak waarmee onze kinderen aan multi-tasking doen en de invloed hiervan op organisaties wanneer deze groep zich als nieuwe medewerkers op de arbeidsmarkt komt aanbieden. Een ervaring die heel wat (oudere) bibliotheekmedewerkers zullen herkennen omdat ook zij in de dagelijkse praktijk geconfronteerd worden met gebruikers die veel vertrouwder zijn met de werking van de nieuwe media dan zij als informatiespecialisten zelf zijn.

Het tweede gedeelte van de avond gaf kans tot gestructureerd netwerken. Een achttal thematafels en een verplicht rouleren van de deelnemers bood de mogelijkheid om kennis te maken met de aanwezigen, maar creëerde ook de gelegenheid tot (weliswaar in tijd beperkte) discussie over afgelijnde onderwerpen.

En wat hebben wij op z’n Huysentruyts nu geleerd?

-  Ten eerste: de bedreigingen die zich voor de bedrijfswereld aandienen hebben ook hun invloed op de werking van de bibliotheek.

- Ten tweede: in deze snel veranderende wereld kan de bibliotheek nog duidelijk haar plaats opeisen als informatiebemiddelaar en kenniscentrum voor mediawijsheid.

- Ten derde: de keuzes die de Bibliotheek Turnhout in haar visiedocument maakt zijn juiste keuzes.

vrijdag 30 oktober 2009

Over het muurtje gluren

Vandaag was ik te gast op het ‘Digitaal Dommeldal Congres’ in Geldrop (Nederland). De bibliotheek aldaar vierde het 60-jarig bestaan niet met een terugblik op het, vermoedelijk erg rijke, verleden maar met een blik in de toekomst. Een lovenswaardig initiatief, vooral als je ook je collega’s laat meegenieten. Alleen jammer dat het enkel aan ondergetekende te danken was dat ‘Internationaal’ aan de titel kon worden toegevoegd. Het programma bood voldoende smakelijke brokken om ook de Vlaamse bibliothecarissen te kunnen boeien.

DDD_Congres_digitale_bibliotheek[1] Waar Hans van Driel van de Tilburgse universiteit het in zijn openingsrede over de postmoderne bibliotheek nog eerder beschouwelijk hield, werd daarna de weg vrijgemaakt voor de (sommige iets minder) concrete digitale producten waarmee de bibliotheek van de toekomst zich moet waarmaken. Vaak prachtige realisaties maar… toch telkens met een zweem van herkenning, van ‘dit heb ik eerder al eens ergens gezien/gehoord’. Want dat is de grote conclusie van deze congresdag: in Nederland en Vlaanderen wordt op ditzelfde moment tijd, geld en energie gestoken in de ontwikkeling van (nagenoeg) identieke producten. Wanneer dit gebeurt door privé-ondernemingen is daar best mee te leven; de vrije mededinging en nadien de leukere prijszetting. Maar wanneer de inspanning geleverd wordt door overheids- of door de overheid gesteunde instellingen, heb ik grotere bezwaren. Waarom wordt niet eens over het muurtje gegluurd om te kijken waar de buren mee bezig zijn? Waarom steken al die knappe koppen in Vlaanderen en Nederland de hoofden niet meer bij elkaar tot meerdere eer en glorie van portemonnee en bibliotheek?

dinsdag 27 oktober 2009

Gezocht : alerte cultuursector

Deze kop kon je vandaag in De Standaard lezen bij een artikel over een beleidsnota van onze cultuurminister. Een halve pagina lager komen we te weten dat minister van Media Ingrid Lieten een kenniscentrum voor mediawijsheid wil oprichten. Dat kenniscentrum moet mensen wegwijs maken in het media-aanbod.

En of we alert zijn! Als ik me niet vergis is er in elke Vlaamse gemeente een openbare bibliotheken op het terrein van het media-aanbod actief. Meer zelfs, in het visiedocument van mijn bibliotheek (waaraan momenteel de laatste hand gelegd wordt) staat zelfs expliciet dat “de Bibliotheek Turnhout op vlak van levenslang leren een volledig educatief aanbod zal ontwikkelen rond leesbevordering, informatievaardigheid en mediawijsheid”. Ik moet eens met onze minister van Media gaan praten, denk ik.

Of beter nog: Ingrid Lieten moet eens gaan praten met Joke Schauvliege. Als we de raad krijgen om zuinig om te gaan met de ter beschikking gestelde middelen, valt er daar toch wel wat samen te werken. De openbare bibliotheken als mediawijze laagdrempelige organisaties, daarin ondersteund door hun steunpunt Locus en digitaal kenniscentrum Bibnet, kunnen zo de rode loper uitrollen voor de naar kennis en wijsheid dorstende bezoeker.

We waren in de jaren negentig toch ook de pioniers in het aanbieden van internet voor iedereen? Of niet soms?

donderdag 22 oktober 2009

Verbeter de wereld, begin met jezelf

Neen beste lezer, ik heb geen acute aanval van het “Bond-zonder-Naam-virus” maar heb wel mijn dag meer dan zinvol doorgebracht ten huize Locus. Samen met een aantal collega’s werd ik ingewijd in de geheimen van het ‘opleidingstraject organisatieontwikkeling’. Met de kadertekst ‘Zeven uitdagingen voor de lokale bibliotheek’ (zie mijn eerdere blogberichten hierover) als referentiepunt kan elke deelnemende bibliotheek het traject aangrijpen om haar dienstverlening te verbeteren.

Vertrekpunt is een document dat de bib de kans biedt de eigen werking te evalueren. Tijdens de treinrit terug naar huis heb ik de nota al eens doorgenomen. Na lectuur kan ik enkel in alle nederigheid het hoofd buigen, voorwaar niet mijn sterkste kant. Als ik al dacht goed bezig te zijn, wat ik eigenlijk niet betwijfel, kan ik enkel vaststellen dat er nog een erg lange weg is af te leggen. Alles laat echter vermoeden dat de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd gaat worden. Heb ik weer even geluk!

dinsdag 20 oktober 2009

Van stok- en andere paardjes

Vandaag nog maar eens gemerkt. Er gaapt een ontzettende kloof tussen openbare bibliotheken in eenzelfde regio. De oorzaak ligt vaak, maar zeker niet alleen, bij de middelen die door het bestuur worden beschikbaar gesteld. Met veel goede wil en inzet proberen collega’s hun bibliotheek op te stuwen in de vaart der volkeren om maar al te dikwijls vast te stellen dat wanneer ze hier denken bijgebeend te zijn, ze daar weer hopeloos op achterstand worden gespeeld. De hoop dat hogere normering soelaas kan bieden is ijdel, de provinciale hoorn des overvloeds niet onuitputtelijk. Bescheiden gemeenten hebben nu eenmaal bescheiden middelen, ook met een geïnspireerd bestuur. Te vaak leidt een éénmalige investering in baksteen niet naar een permanente en noodzakelijke investering in inhoud (personeel, collectie, …); of denkt men de achterstand in inhoud te kunnen inhalen door een éénmalige investering in baksteen.

Onze bibliothecarissen hebben vooral nood aan moed. De moed om keuzes te maken. De keuze welke dienstverlening kwalitatief kan worden uitgebouwd met de beschikbare en/of te verwachten middelen. De keuze welke taken zelf worden uitgevoerd of beter worden uitbesteed aan derden. De keuze welke opdrachten in samenwerking met andere bibliotheken of organisaties worden ingevuld. Maar vooral de moed om de gemaakte keuzes en hun gevolgen te verkopen aan hun bestuur. Het is niet de verantwoordelijkheid van de bibliothecaris slechts te kunnen beschikken over beperkte middelen, het is wel hun verantwoordelijkheid de gebruiker in de waan te laten beroep te kunnen doen op een onbeperkte dienstverlening. Wie verwachtingen creëert moet ze ook waar kunnen maken.

maandag 19 oktober 2009

Terug wakker

Ik weet het, het is veel te lang stil geweest op deze blog maar ‘t kan gelukkig verkeren zei onze goede vriend Bredero al. Ik heb bewust een tijdje de pen (het klavier) gebroken in de wetenschap dat zonder deze zelfopgelegde censuur anderen mij wel de mond zouden hebben gesnoerd, de richtlijnen voor de bloggende ambtenaar indachtig.

Niet dat het mij momenteel niet hoog meer zit, maar het lontje is toch niet meer zo kort dat voor onmiddellijk explosiegevaar gevreesd dient te worden. Al kan de vlam bij mij natuurlijk weer erg snel in de pan slaan. Mijn belagers zijn bij deze gewaarschuwd.

Dit maar om te vertellen dat u weer met enige regelmaat de nodige dwarsigheid mag verwachten.

woensdag 9 september 2009

Over de brug komen

Gisteren werd bij Bibnet in beperkte groep gereflecteerd over het opstarten van een kennisplatform voor bibliotheekmedewerkers. Bedoeling van het platform is om de (nieuwe en doorgewinterde) bibliotheek 2.0 adepten een instrument aan te bieden voor kennisdeling. De tool moet kansen bieden voor discussie, uitwisselen van ervaringen, stellen van voorbeelden en ander lekkers dat ons doet watertanden.

Voorwaar een lovenswaardig initiatief al maak ik toch ernstigbord voorbehoud. En dan niet bij de technische realisatie van het product, maar wel bij de levensvatbaarheid. De voorbije jaren heb ik mogen kennis maken met prijzenswaardige inspanningen om het bibliotheekveld via digitale weg te betrekken bij nieuwe ontwikkelingen, plannen en processen. En dit op regionaal, provinciaal en lokaal niveau. En telkens moet na verloop van tijd worden vastgesteld dat bibliotheekmedewerkers (ongeacht rang of stand) hun spreekwoordelijke bek niet durven opentrekken. Discussiegroepen, fora en overlegplatformen worden steeds bevolkt door dezelfde beperkte schare van al-dan-niet verlichte geesten die bereid worden gevonden om hun hart te luchten, hun gal te spuwen of hun kritisch oordeel te vellen. En na elke nieuwe ronde van voorlichting, instructie of presentatie flakkert de hoop op nieuw bloed te mogen begroeten. Maar telkens blijkt dit ijdele hoop.

De bibliotheekwereld is en blijft met stomheid geslagen. Het opstarten van het kennisplatform gaat hieraan niets veranderen. We hebben dringend nood aan een mentaliteitswijziging zodat medewerkers binnen en buiten de eigen organisatie durven uitkomen voor hun mening of visie. Zolang Locus niet op deze spijker gaat kloppen blijven initiatieven als het kennisplatform doodgeboren of vegeterende schepsels.

Ik hoor de reactie van collega’s al op deze verzuchting. Daar hebben wij geen tijd voor! De agenda’s zijn al overladen en de werkuren dik gevuld. Maar waarmee? Misschien toch nog eens nadenken over het froebelwerk?