woensdag 24 juni 2009

De afgrond wenkt

Althans die indruk kan je krijgen bij het lezen van het hoofdstukje “Hoe zal het bibgebruik in de toekomst evolueren?” uit Zeven uitdagingen (p. 8).

Bij de dominante trends wordt zomaar beweerd dat het aantal ontleningen daalt. Is dit inderdaad overal het geval? En zo niet, waar zie je dan de tegengestelde beweging? Recent las ik in de krant nog over de aanzienlijke groei van het bibliotheekgebruik in de nieuwe bib van Genk. En ook andere bibliotheken met een (ver)nieuwbouw zien meestal een duidelijke stijging van bezoekers en uitleningen. Ook bibliotheken met vernieuwende ideeën kennen een opwaartse trend. Is dit trouwens anders in de commerciële sector? Ook daar zien zaken die jarenlang met hetzelfde interieur werken en die hun aanbod niet aanpassen aan de veranderende wensen van hun klanten hun omzet dalen. Waarom zou dit bij bibliotheken anders zijn? Is de daling van het aantal ontleningen dan een dominante trend of is het een algemene waarheid dat elke instelling, organisatie of zaak die niet voortdurend vernieuwend bezig is vroeg of laat hiervan de gevolgen moet dragen.

Wat verder nog zo’n bewering. “De algemene verwachting is dat het aantal leners en het actieve gebruik van de bibliotheek in de toekomst onvermijdelijk zullen dalen”. Leners? Mijn bibliotheekwerking draait toch niet alleen om leners. Ik heb heel wat regelmatige gebruikers/bezoekers die nooit iets ontlenen maar die wel intensief gebruik maken van de diensten die wij verlenen. Ja, ook de kopers van lampolie zijn zo goed als verdwenen maar die winkel die vroeger olielampen verkocht is nu misschien een bloeiende elektrozaak. En onvermijdelijk? Mag ik de auteur dezer uitspraak aanraden om een glazen bol aan te schaffen en zich te verzekeren van een standplaats als waarzegger(ster). Met een dergelijk geloof in de eigen onfeilbare voorspellingen wacht een glorierijke toekomst. Oh ja, even vergeten dat ook de kermissen een onvermijdelijk verdwijnen is voorspeld.

Om deze negatieve tendens te keren kunnen de bibliotheken volgens de tekst op een drietal zaken inzetten maar ze zullen vooral moeten nadenken over de producten en diensten die aangeboden worden.

Het worstcasescenario zullen we dan niet te danken hebben aan externe factoren maar wel aan het gebrek aan moed of daadkracht om vooruit te kijken en de noodzakelijke beslissingen te nemen.

(wordt vervolgd)

donderdag 18 juni 2009

Ik heb een droom

Ik heb een droom waarin ik een grote toekomst zie weggelegd voor mijn bibliotheek. Een droom waarin bezoekers volmaakt tevreden zijn over de hoogstaande dienstverlening die hen door de Bibliotheek Turnhout geboden wordt. Een bibliotheek die gewaardeerd wordt om zijn kwalitatieve aanbod aan diensten.

Knipsel Ik heb een document voor me waarin ik weinig van die droom terugvind. Zeven uitdagingen voor de lokale bibliotheek staat er op het titelblad, maar ik voel me niet echt uitgedaagd. Staat er dan iets verkeerds in de tekst? Zijn de stellingen fout? Neen, ik kan in grote lijnen de inhoud van het document onderschrijven maar ik voel geen begeestering. Ik voel me door het document niet gemotiveerd om die uitdagingen aan te gaan.

Ik weet het, dit is niet de grote visietekst over de bibliotheek van de toekomst maar een ontplooien van strategieën om een antwoord te bieden op vragen over de min of meer directe toekomst. Maar waarom kan een dergelijke tekst ook niet wat bezieling uitstralen? Waarom mag ik niet aangesproken worden om onmiddellijk de handen aan de ploeg te slaan en de koe bij de horens te vatten, maar heb ik eerder de neiging om na het lezen de kat uit de boom te kijken?

Dit is een tekst die vertrekt vanuit een defensieve houding (hoe kan ik standhouden in een vijandige wereld) terwijl ik hetzelfde verhaal perfect met een positieve en offensieve blik kan vertellen. Hoe stem ik mijn dienstverlening nog beter af op de veranderende noden van mijn gebruiker? Hoe maak ik gebruik van mijn uitgesproken positieve imago om mijn bezoeker mee te nemen in het steeds veranderende verhaal van informatieverstrekking en –bemiddeling. Hoe maak ik mijn (potentiële) klant deelgenoot van mijn grote droom?

Als iets moet doen dromen zijn het dergelijke teksten toch.

(wordt vervolgd)

zondag 7 juni 2009

Nog wat laatste aanvullingen

Zo beste lezer, de fietstrip zit er op en ik heb een dag lang geen fietszadel onder de bibs gehad. Omdat ik de laatste etappes geen beschikking meer had over een internetaansluiting nog enkele wetenswaardigheden over de laatste fietsdagen.



Van onze tocht langsheen het klooster van de Grande Chartreuse is niets in huis gekomen. Toen we onze gastheer vertelden waarheen onze tocht de volgende dag verliep, wist hij ons mee te delen dat de weg daarheen volledig (ook voor fietsers) was afgesloten. Omdat we, met de rit van de volgende dag in het achterhoofd, de tocht niet onnodig zwaar wilden maken besloten we de route over Grenoble te verleggen en eventueel af te sluiten met de beklimming van Alpe d'Huez. Vooral onze begeleiders hebben zich nadien deze beslissing hartsgrondig betreurd. Niet minder dan 4 lange uren hebben ze met de wagen Grenoble in alle richtingen doorkruist zonder de juiste weg te vinden. Bijna drie uur later dan ons fietsers zijn ze uiteindelijk in de Chambres d'Hôtes in le Bourg d'Oisans aanbeland, uitgeput en behoorlijk van hun melk na deze doolhofervaring. Van de beoogde beklimming van de alp kwam natuurlijk niets meer in huis. Met die intentie liepen in de stad wel honderden Nederlanders rond die deelnamen aan de actie 'Alpe d'HuZes'.



Ook de geplande Marmotte-rit diende aangepast omdat de doorgang over de Col du Galibier nog steeds gesloten was wegens onstabiele sneeuwmassa's langsheen de weg. We besloten na de afdaling van de Croix de Fer niet rechtsaf te slaan richting Télégraphe en Galibier, maar links de vallei in te draaien om een tiental kilometer verderop in het dal de beklimming van de Col du Glandon aan te vatten. Een klauterpartij die ons uiteindelijk opnieuw zou doen aanbelanden vlak voor de top van de Croix de Fer waarna we de berg in de tegenovergestelde richting van 's morgens konden afdalen. Een afsluiter met Alpe d'Huez zat er echt niet meer in nadat ik de top van de Glandon al op mijn tandvlees had gehaald.



Een laatste parcoursaanpassing dienden we de laatste dag in te plannen. Door wegenwerken was de Gorges de la Bourne afgesloten en besloten we de Vercors te verlaten via de Grands Goulets, een 15-tal kilometers verder en wat extra klimkilometers maar evenzeer de mooite waard. Tijdens het tweede gedeelte van de dag kregen we ook nog wat regen te verwerken maar uiteindelijk konden we onder een stralende hemel de fiets in de eindbestemming stallen.



En vanaf morgen, terug aandacht voor het bibwerk.

zaterdag 6 juni 2009

‘t Is gedaan!

Het zit er op, de fietstrip editie 2009. Er rest ons nog het meepikken van een Frans ontbijt, het inladen van de bagage, de fietsen op het autodak monteren en de nabije oprit van de snelweg op te zoeken. En dan in sneltreinvaart naar huis. Onderweg gaan we het zeker al hebben over de mogelijke route in 2010.

DSCF0682

vrijdag 5 juni 2009

Rit 10 : Van Villard-de-Lans naar St-Clair-du-Rhône

Rit 10 Overwegend dalen vandaag nu we de Alpen definitief achter ons laten en opnieuw de Rhônevallei opzoeken. Een korte rit ook (113 km) maar dat is op dit moment geen bezwaar. De eerste 30 kilometer valt er weinig te trappen. Het wordt heerlijk bollen door de Gorges de la Bourne die we vroeger reeds in de andere richting hebben gefietst. Daarna is het nog wat op en af waarbij we via Hauterives passeren en het Palais Idéal du Facteur Cheval. Gelet op de korte rit moet hier zeker een stop worden ingelast. Daarna rest ons enkel nog wat uitpeddelen tot in St-Clair-du-Rhône waar de eindmeet is getrokken in de chambres d’hôtes van Raymond en Andrée Pasquarelli.

donderdag 4 juni 2009

Rit 9 : Van le Bourg d’Oisans naar Villard-de-Lans

Afwachten hoe de beentjes reageren na die marteling van gisteren. Een eerder korte rit (120 km) met het venijn aan het begin en in de staart. De Col d’Ornon is met z’n 1.367 meter normaal een makkie, zeker bij het begin van de dag, maar stramme spieren kunnen zelfs van zo’n tussendoortje een lijdensweg maken. Daarna is het weer genieten van het prachtige landschap aan de rand van het Parc National des Ecrins en de Vooralpen in de buurt van Grenoble. Vanop de Corniche du Drac krijgen we een heerlijk zicht op de gelijknamige rivier met zijn stuwmeren.

Na een weer wat vervelende passage via de buitenwijken van Grenoble volRit 9gt de slotklim naar de Montagne de Lans en de Vercors. Deze net voor de Alpen gelegen smalle bergketen is één van de mooiste streken van Frankrijk. Tijdens onze vorige fietstochten hebben we de regio reeds in diverse richtingen doorkruist. Nu stevenen we af op de regiohoofdplaats Villard-de-Lans waar we een onderkomen vinden in de chambres d’hôtes ‘Le Val Sainte Marie’.

woensdag 3 juni 2009

Rit 8 : Van le Bourg d’Oisans naar le Bourg d’Oisans

Rit 8 Nee, beste lezer, geen rustdag vandaag maar een echte bergrit met drie (mogelijk vier) cols op het menu. We volgen het parcours van de vroegere Marmotte (die nu over de Glandon gaat) en afhankelijk van het weer en de graad van frisheid sluiten we af op Alpe d’Huez of stappen we af aan de voet van de beklimming. In het eerste geval staat er 192 km op de teller, zonder de Hollanderberg nog altijd een respectabele 164 km.

Na enkele vlakke kilometers volgt snel de beklimming van Col de la Croix de Fer. In 24 kilometer moet een hoogteverschil van 1.258 meter overwonnen worden met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,2 procent (steilste stuk 14 procent) om de top op 2.068 meter te bereiken. Een eerdere poging om de Croix de Fer op mijn erelijst te zetten is nog voor halfweg gestrand op een gescheurde buitenband (en een gebrek aan een reserve-exemplaar); hopelijk hebben we vandaag meer geluk. Na 29 kilometer afdaling en de 15 kilometer vals plat begint in St-Michel-de-Maurienne de klim naar de Col du Télégraphe. Deze berg, en ook de volgende twee, hebben we reeds tijdens vorige fietstrips bedwongen en we weten dus wat ons te wachten staat. De Télégraphe is best een aangename beklimming, niet te lang (11,5 kilometer), niet te stijl (gemiddeld 7,4 procent) en vooral veel bochten en steeds beschutting tussen de bomen. De top op 1.566 meter is echter maar de aanloop naar de hoofdschotel van de dag, de Col du Galibier, die met zijn 2.646 meter het dak van deze reis is.

Het eerste deel van deze beklimming tot aan Plan Lachat is bijna steeds rechtdoor door een breed dal, waardoor je de indruk hebt dat de weg minder stijgt dan hij in werkelijkheid doet. Ook de wind kan hier verraderlijk tegenzitten. Na Plan Lachat, ongeveer halfweg de klim, begint het echte werk pas. De opeenvolging van bochten en steile stukken in een decor als een maanlandschap doet je de vraag stellen wat er zo leuk is aan deze bezigheid. Na 17 kilometer en de laatste kilometer aan 10 procent zit de lijdensweg er op. En nu maar hopen dat we ook echt kunnen afzien, want op het moment dat ik dit bericht schrijf (1,5 week voor onze passage) is de col nog steeds dicht.

Vanaf de Galibier is het in steeds dalende lijn naar het 47 kilometer verder gelegen le Bourg d’Oisans. In deze richting kan je zelfs de Col du Lautaret op je palmares schrijven zonder één meter te moeten klimmen. Indien we nog de moed en vooral de benen hebben volgt dan nog de 14 kilometer lange klim langs de 21 haarspeldbochten naar het 1.780 meter hoog gelegen skidorp Alpe d’huez. Maar met of zonder deze Alpe, het eten bij Pauline zal zeker smaken.

dinsdag 2 juni 2009

Rit 7 : Van Le Pin naar le Bourg d’Oisans

Rit 7 Vandaag trekken we de bergen in. Nog niet het grote klimwerk maar toch al wel voldoende om te weten hoe het dit jaar met de klimcapaciteiten gesteld is. De rit is niet overdreven lang, 128 km, en begint geleidelijk te stijgen. Bij het uitstippelen van een bergrit is het vaak een probleem om grote wegen te vermijden zonder eindeloze omwegen te moeten maken. Vandaag is het dan ook niet echt gelukt. Voor we het ‘Parc Naturel Régional de Chartreuse’ bereiken hebben we reeds een 10-tal kilometer ‘rode-weg’ moeten trotseren. Maar wat dan volgt is meer dan de moeite waard. Lekker klimmen in het bos naar de Col de Porte (1326 m) en misschien even halt houden bij het klooster van de Grande Chartreuse, het hoofdkwartier van de Kartuizerorde. Nadien ligt Grenoble flink in de weg. Helemaal vermijden was niet mogelijk maar na een tocht door de buitenwijken kunnen we snel terug de kleinere wegen op. De laatste 37 km moeten we op de N91 het vracht- en andere verkeer naast ons dulden maar erg veel keuze heb je niet om le Bourg d’Oisans te bereiken.

Daar verblijven we twee nachten in Les Petites Sources bij Pauline en Eric Durdan. Een geweldige plek waar we reeds herhaaldelijk tijdens eerdere tochten terecht zijn gekomen. De gastvrouw weet perfect wat ze de sportieve mens voor moet zetten waardoor haar huis een toevluchtsoord is geworden voor fietsers en wandelaars. Vanuit een aantal kamers heb je bovendien een uniek uitzicht op het skioord Alpe-d’Huez.

maandag 1 juni 2009

Rit 6 : Van Montcet naar Le Pin

Rit 6 Aan afwisseling zal het ons vandaag niet ontbreken. Over 122 km krijgen we een heel scala aan landschappen voor de wielen geschoven. De eerste 40 km is het nog slalommen doorheen het vennengebied ten noordoosten van Lyon waarna de eerste bulten opduiken. Erg hoog zijn de toppen hier nog niet (tussen de 500 en 1000 meter) en bovendien volgen we de vallei van de Rhône waardoor steile passages uitblijven. Nadien is het weer even de vlakte opzoeken, al is het niet echt plat, om op het einde van de rit op te klimmen naar het Lac de Paladru, waar aan de oever ons bedje gespreid staat in ‘Les Balcons du Lac’ (jammer genoeg geen website).

Het past hier even de loftrompet te steken over onze trouwe begeleiders, mijn schoonouders. Na de tigste trip moet hen niet meer verteld worden hoe ze fietsers in de watten moeten leggen. Elke dag omstreeks 11 uur staan ze langs de kant met koffie en ‘iets van de bakker’; ‘s middags staat het tafeltje gedekt met soep en andere calorierijke ingrediënten en in de namiddag ook nog eens een ‘lekkere’ halte. En wij gelukzakken moeten enkel denken aan fietsen, eten, slapen en heel veel genieten.

Le Pin Plage, 18.30 u. We zijn ondertussen reeds bijna 2 uur geland aan het meer van Paladru. Vanuit onze kamers hebben we een schitterend uitzicht op het water en de bergen aan de overzijde. Het weer blijft in Frankrijk meer dan behoorlijk. Vanmorgen bij het opstaan was het een stralend blauwe hemel maar daarna betrok het de ganse voormiddag, al was er nooit regendreiging. Vanaf 's middags dook de zon weer op en kenden we opnieuw het stralende weer van de voorbije dagen. Vandaag zat het venijn trouwens in de staart. Om het meer van Paladru te bereiken hadden we de laatste 10 kilometer nog stijgingspercentages van ruim 10% te overwinnen; en wij maar denken dat je naar beneden moet om aan het water te geraken. De ontvangst in Les Balcons du Lac was weer erg warm en het aangeboden pintje smaakte na het klimwerk voortreffelijk. Zoals u kan merken kan ik bovendien weer gebruik maken van het draadloze netwerk in de chambres. De gastvrouw heeft me bovendien verteld dat ze toch over een eigen website beschikken. Ik geef de link hierbij: http://balcons38.e-monsite.com; voor iedereen die ooit in de streek een verblijf zoekt, een grote aanrader.

Dat kon gisteren trouwens ook maar om één of andere technische reden vertikte de techniek het om naar behoren te werken. Los van dat probleem, de chambres d'hôtes was voortreffelijk (zoals de website deed vermoeden). De tuin was prachtig (resultaat van meer dan 35 jaar werk) en de gastheer was een fervente groene jongen, fruitteler, imker en esperanto-adept. Oh ja, hij was ook vegetariër en wij die al de hele dag hadden uitgekeken naar het sappige kippetje uit Bresse, kregen een vegetarische burger voorgeschoteld. 't Was wel lekker trouwens.