woensdag 8 juni 2011

Rit 8 : Van Violès naar St-Mamert-du-Gard

Kaart rit 8Voor het eerst dit jaar gaat het niet steeds zuidwaarts maar wordt de koers ongeveer halfweg verlegd naar het westen. We ruilen de Provence in voor de Languedoc. De rit is opnieuw wat langer (141 km) maar het klimwerk blijft beperkt. We laveren zowat de ganse dag tussen de toeristische trekpleisters al laten we de echte centra voor wat ze zijn en zoeken eerder de autoluwe landwegen op. De drukte en het autoverkeer zullen we niet kunnen ontwijken bij het oversteken van de Durance. Bruggen zijn hier schaars en de luchtfoto’s op Google Maps doen een fietspad vermoeden op onze oversteekplaats maar de realiteit zal moeten uitwijzen of dit ook werkelijk zo is. Omrijden naar een volgende brug is niet echt een optie.

Kort daarna staan we in St-Rémy-de-Provence voor de Alpilles en volgt de klim via de archeologische site van Glanum naar Les Baux-de-Provence. Met wat geluk belanden we hier rond etenstijd en is het bezoek meer dan een zijdelingse blik vanuit het fietszadel. De Moulin de Daudetmolen van Daudet wat verderop is ooit al bekeken, dus daar kunnen we de bocht mooi afsnijden. We zitten nu trouwens op het meest zuidelijke punt van deze rondrit; de Middellandse Zee klotst een dertigtal kilometer verder maar pootjebaden is voor een andere keer. Ook voor het dwarsen van de Rhône moeten we door de drukke centra van Tarascon en Beaucaire om daarna nog een stuk “Nationale” af te werken in de Rhône-delta vooraleer opnieuw rustiger wegen kunnen opgezocht. We rijden dan in een garriguesruime noordelijke bocht omheen Nîmes door de garrigues van de Gard. Indien je de streek ooit bezocht en de heuvels bedekt met het stekelige struikgewas hebt getrotseerd, begrijp je dat de maquisards hier een veilig onderkomen vonden voor hun belagers. Eindpunt van de dag is “La Mazade” in Saint-Mamert-du-Gard.

dinsdag 7 juni 2011

Rit 7 : Een race tegen het onweer

Ja, beste lezer, de vooruitgang staat niet stil. Zowat elke CdH blijkt over wifi te beschikken, ook ons huidig onderkomen in Violes waardoor ik opnieuw kond kan doen van ons wedervaren. Het ontbijt vanmorgen was reeds om halfacht beschikbaar zodat we weer vroeg op het zadel konden klimmen voor een niet zo lange tocht.
We waren nog niet zo ver gevorderd, het centrum van Romans, toen we het gezelschap kregen van een sympathieke Nederlander ( oh ja, ze bestaan wel echt). Hij was met fiets en fietskar op weg naar Portugal en vertrokken in Groningen en dus nog lang niet ter bestemming. Zijn planning was gelukkig niet zo strikt als de onze en regelmatige rustpunten waren ingecalculeerd. We reden een tiental kilometer samen op en zo kwam ik te weten dat ook hij een blog (erikgaatnaarportugal.blogspot.com) bijhoudt met nieuws voor het thuisfront. Mag ook wel als je denkt ongeveer drieeneenhalve maand weg te zijn. Dus, beste blogvriend, indien je Erik een hart onder de riem wil steken tijdens zijn omzwerving doorheen een stuk van Westeuropa, laat een aanmoediging na op zijn blog.
Onze eigen rit verliep voorspoedig. De lucht was vanmorgen betrokken en even was er wat gedruppel, maar eigenlijk het spreken niet waard. Een stuk van het traject hadden we tijdens een vorige tocht reeds gedaan en enkele kleinere landwegen op het einde had ik tijdens een vakantie reeds met mijn dochter Liesbeth verkend. Voor de middagpauze kozen we een plekje dat ook bij Gerd en de dochters bekend is (maar mogelijk niet de herinnering): het kapelletje anex schoolgebouw/marie op de berg vlak voor Grignan.
De reus van de Provence was niet te bespeuren. De volledige berg, en trouwens ook de omliggende bergen, waren gehuld in pikzwarte lucht waardoorheen bij regelmaat felle bliksemschichten schoten. Omdat het dreigende wolkendek ook onze kant uitkwam, werden de laatste twintig kilometers een race tegen het onweer. Wij wonnen! Blijkbaar geen grote verdienste want toen ik onze gastheer vertelde over onze wedren kreeg ik te horen dat het om de CdH niet zou regenen. Het onweer blijft tegen de bergen plakken ook al zijn die in vogelvlucht slechts een vijftal kilometer verwijderd.
En inderdaad, ik zit hier buiten op het terras, verscholen voor de felle zon mijn blogbericht te schrijven terwijl Eric en Mieke in de keuken, want ja die hebben we, een stevige spaghettisaus bereiden. 't Is eens wat anders dan het eten kant en klaar voorgezet te krijgen. De korte strooptocht in een nabij grootwarenhuis heeft ook enkele Pelforths opgeleverd die we straks op ons zuiders terras gaan degusteren. De lucht boven de Dentelles de Montmirail en de achterliggende Ventoux is ondertussen ook opgeklaard al vraag ik me af of ons tijdelijke fietsmaatje droog ter bestemming is geraakt.
Aan allen op het thuisfront de groeten van op de grens tussen Drome en Provence.

Rit 7 : Van St Bardoux naar Violès

Kaart rit 7Of de Drôme van Noord naar Zuid. In een nagenoeg rechte lijn doorkruisen we vandaag het departement van de Drôme waarbij we de voorkeur geven aan de zachte hellingen in de buurt van de Rhônevallei boven de stevige klimpartijen in de Vercors. De rit is in vergelijking met de voorgaande dagen ook een stuk korter: 125 kilometer moeten we afmalen. Kort na de start moeten we ons een weg banen door het centrum van Romans-sur-Isère waarna iets meer dan 30 kilometer bijna vlakke weg volgt tot in Crest. In dit plaatsje met de hoogste donjon van Frankrijk (52 meter) steken we de rivier over die haar naam leende aan het departement. Dan wordt het terrein meer geaccidenteerd en de route op de Michelinkaart is nu stevig voorzien van de (bij fietsers zeker bekende) hellingshaakjes (= < of >). Maar het stuk tussen Crest en Grignan zorgt zeker niet voor verrassingen. In 1998 was het ook onderdeel van de route en tijdens de familievakantie van 2007 heb ik er ook nog een stuk van verreden.

Na het lieflijke Grignan, met het kasteel waar Madame de Sévigné veel van haar tijd doorbracht (zeker een bezoek waard), vlakt het terrein af en belanden we in het departement van de Vaucluse. We doorkruisen velden en wijngaarden om uiteindelijk aan te belanden op het wijndomein Maison Plantevin in Violès. Violès ligt een tiental kilometer oostelijk van Orange en aan de voet van de Dentelles de Montmirail waarvan de spitse kalksteentoppen de reus van de Provence aan het oog onttrekken. Een beklimming van de Mont Ventoux zit dit jaar niet in de planning. Hij staat reeds driemaal aangeturfd op het palmares en het eigenlijke doel van deze trip ligt elders.

Violès

maandag 6 juni 2011

Rit 6 : Regen (een beetje toch)

Het heeft de ganse nacht geregend aan de Ain en ook toen we opstonden viel er nog wat neerslag. Vertrekken konden we pas na negenen want het ontbijt werd pas vanaf halfnegen geserveerd. Laat voor enthousiaste fietsers maar het aanbod was dan weer wel meer dan bovengemiddeld (dus niet enkel brood met jam).
Ik ben vanmorgen vertrokken in lange broek en regenjasje want het regende nog een beetje en koude spieren fietst niet lekker. Lang heeft het druppelen niet geduurd. Reeds na een halfuurtje bleef het droog en geleidelijk werd ook de lucht minder grijs. Tegen de voormiddagpauze verschenen reeds de eerste blauwe gaten in het wolkendek en toen kort daarop een nijdige helling diende beklommen, was ik blij mijn regenjack en lange broek te kunnen afgeven. De rest van de dag hebben we opnieuw onder een stralendblauwe hemel kunnen fietsen en het werd zelfs behoorlijk warm in de Drome. Het passeren van Lyon verliep wonderwel goed. De uitgekozen route verliep grotendeels over erg landelijke wegen en dit op enkele kilometers afstand van de miljoenenstad. Eenmaal de stad achter ons gelaten werd het landschap echt zuiders en de Drome lag er gewoon schitterend bij.
Nu zit ik aan tafel terwijl ik net het aperitief door mijn keelgat heb gegoten. Voor mij kijk ik door het raam op de bergen van de Vercors en ondertussen wordt het voorgerecht opgediend. Tijd dus om af te sluiten.
Groeten aan hen die het zeker niet zo goed hebben als wij.

Rit 6 : Van Neuville-sur-Ain naar St Bardoux

Kaart rit 6Vandaag een rit met twee gezichten: het eerste en laatste deel loopt door eerder rustig en landelijk gebied maar het middendeel kruist de regio van Lyon en ook al zoeken we de kleine wegen op (zo dit al kan), het blijft uitkijken en de fiets-gps zal van pas komen.

Die fiets-gps (Garmin Edge 705) is ondertussen een onmisbaar instrument geworden. Het apparaatje combineert de functionaliteiten van fietscomputer, hartslagmeter en gps maar vooral die laatste functionaliteit bewijst nu haar nut. Tot voor enkele jaren behielp ik me met een plastic toestelletje waarin ik mijn uitgetekende Michekaarthouderlinkaarten kon steken die al rijdende konden worden verder gedraaid waardoor steeds de actuele plaats in beeld bleef. Met het vorderen der jaren werd het al rijdende kaartlezen steeds moeilijker en een bifocale fietsbril bood ook maar tijdelijk soelaas. De fiets-gps was dan ook een welgekomen oplossing. De route is volledig in het ding opgeslagen en een geluidsignaal in combinatie met een visuele aanduiding signaliseert elke afslag of wending. De kaartrol heb ik ook nog steeds op mijn stuur gemonteerd maar die dient enkel nog om overzicht te houden en is niet echt noodzakelijk.

Vanuit Pont-d’Ain rijden we in een boog richting Lyon om de al te drukke wegen te vermijden en doorkruisen daarbij La Dombe, een streek bezaaid met meertjes, kastelen en nietige dorpjes. Na een veertigtal kilometer draait de weg pal zuidwaarts waarbij we de luchthaven en de industrieterreinen daaromheen op onze weg vinden. Eenmaal dit minder aangename stuk verteerd is het op en neer in de heuvels ten oosten van Vienne; niet hoog maar de korte nijdige hellingen wegen na een tijdje ook door en dit blijft zo wanneer we de Drôme des Collines binnenrijden. Via de kleinste weggetjes, ideale fietspaden, gaat het verder zuidwaarts tot we net voorbij St-Donat-sur-l’Herbasse na 150 km in La Miellerie aanbelanden te midden de abrikozenbomen.

Miellerie

zondag 5 juni 2011

Rit 5 : Bericht van aan de boorden van de Ain

Beste lezer, we zijn hier werkelijk met onze poep in de boter gevallen. De CdH is een heerlijk landhuis dat geschiedenis uitstraalt en de ligging aan de oever van de Ain is onovertroffen. Vanuit het raam waaraan ik nu in het zonnetje zit te typen, heb ik uitzicht op het blauwgroene water van de rivier dat met luid geraas over een stuw komt gestroomd. De kamers zijn onberispelijk en er is zelfs een apart keukentje beschikbaar waar we onze picknickspullen kunnen afwassen. Er is wel geen wifi maar de eigenaars laten me zonder problemen gebruik maken van hun computer. Bijgevolg moet u ook nu uw dagelijks ritverslag niet missen.

Vannacht heeft het in Arc-et-Senans flink geregend maar deze ochtend was de lucht opgeklaard. Er dreven wel wat (grijze) wolkjes in het blauwe zwerk maar niets liet voorzien dat het spoedig zou gaan regenen. Bovendien was de temperatuur nog steeds behaaglijk en de lucht gezuiverd door de nachtse regenbui. Omstreeks halfacht zaten we reeds met de beentjes onder de ontbijttafel en drie kwartier later beklommen we reeds ons carbonnen (respectievelijk titanium) ros.
Zoals in het blogbericht geschreven was de natuur vandaag op haar best maar de regen had ze weer tevoorschijn doen komen, de gladde donders. De voorbije dagen was ons reeds een zeldzaam en verdwaald exemplaar in stofjas onder de ogen gekomen, maar vandaag waren ze weer talrijk op het appel, de gladjanussen. Ik heb het, beste blogverslinder, over de naaktslak waarvan u in bijgevoegde illustratie een volgroeid exemplaar te zien krijgt. Deze bruinoranje slierten komen in groten getale het wegdek opgekropen in vochtige omstandigheden en de wegen waren, vooral in de bossen nog niet volledig opgedroogd. Eén enkel onding valt nog te vermijden maar wanneer de duivels als een Romeinse falanx ons pad kruisen vallen ze moeilijk te ontwijken. Het resultaat van een dergelijke ontmoeting is een slijmerige plek op de weg en een kleverige substantie op de schuine buis die 's avonds na aankomst slechts met de grootste moeite en heel veel water valt te verwijderen.

De Juraheuvels lagen de ganse voormiddag groen te wezen en de talrijke hoorndragers liepen al klingelend door de weiden. De eerder zeldzame auto's konden zonder veel problemen genegeerd worden. De zon bleef tot de middag meestal van de partij al nam het wolkendek in omvang toe en werd de kleur ervan steeds grijzer. Nog geen vijf minuten na het beëindigen van onze middagstop was het zo ver. Onze begeleiders mochten zich klaarmaken, niet voor het lossen der duiven maar voor het aanreiken der regenjasjes. De lucht was ondertussen zo zwanger geworden van regendruppels dat het pakket te zwaar geworden was om hoger te blijven dan ongeveer 1 meter 70 (de hoogte van het bovenstuk van mijn fietshelm wanneer de eigenaar van het kleinood het bewuste deksel op zijn hoofd heeft en hiermee op zijn fiets gezeten is). Mijn excuses beste lezer dat onderhavig blogartikel de allures begint aan te nemen van een uit de kleigrond onttrokken boerenroman, maar de vandaag aanschouwde pastorale landschappen hebben blijkbaar een gevoelige snaar geraakt.
Met het voorgaande wil ik enkel duidelijk maken dat tijdens onze tocht doorheen het dal van de Ain de hemelsluizen een tweetal keer opengingen waardoor de herinneringen aan onze Frankrijktochten van de voorbije jaren terstond opdoken. Maar een twintigtal kilometer voor de aankomst in de CdH verdwenen de wolken en begon de zon opnieuw in alle glorie te stralen, zodat we opgedroogd onze overnachtingsplaats bereikten.
De fietsjes zijn ondertussen gepoetst, net zoals de vermoeide lijven en straks zoeken we een eettent op omdat ook de innerlijke mens moet worden voldaan. Daarna het nestje in om morgen met frisse moed de tweede helft van onze fietsvakantie aan te vatten.
Van aan de boorden van de Ain de groeten aan de thuisblijvers.

Rit 5 : Van Arc-et-Senans naar Neuville-sur-Ain

Kaart rit 5We keren vandaag de zoutziederij in Arc-et-Senans letterlijk de rug toe en zetten koers naar de hellingen van de Jura. Deze rit is landschappelijk één van de mooiste van de reeks, zeker wanneer we het weer meehebben. Na een twintigtal kilometer brengen we reeds een blitzbezoek aan Arbois, de hoofdstad van de Jurawijnen en ooit verblijfplaats van Louis Pasteur. Bij het verlaten van het stadje is het onmiddellijk klimmen geblazen en passeren we het keteldal (cirque) van Fer à Cheval om wat verder reeds het hoogste punt van de rit (582 m) te bereiken. We blijven nadien geruime tijd op ongeveer dezelfde hoogte fietsen terwijl links van ons de toppen steeds hoger worden.

In Crotenay na ongeveer 45 km belanden we aan de Ain, rivier die we verder zullen blijven volgen tot aan het einde van de rit. Stroomafwaarts wat betekent dat vanaf dit punt de weg hoofdzakelijk in dalende lijn loopt. Hoofdzakelijk, want af en toe verplicht de grillige loop van de stroom ons om nabije hellingen op te zoeken. Als het zonnetje straalt zullen de boorden van het meer van Chalain uitnodigen om halt te houden maar de 141 kilometer die vanavond op de teller moeten staan laten niet teveel oponthoud toe. Wat verder in Pont-de-Poitte verandert de Ain tijdelijk in het Lac de Vouglans, een meer van bijna 20 kilometer lang ontstaan door de stuwdam in Cernon. Nog even later belanden we in de Gorges de l’Ain doordat de rivier zich hier eeuwenlang een weg door de kalkrotsen geslepen heeft. De route volgt nu verder al kronkelend van links naar rechts de Ain tot in Poncin de rotswanden wijken en het dal richting Lyon zich uitplooit. Luttele kilometers verder wacht ons de CdH in Bosseron waar we op het terras naast de Ain kunnen bekomen van de inspanningen van de dag. Eten doen we vandaag ‘buitenhuis’ in een restaurant op loopafstand van ons verblijf.

Bosseron