maandag 7 maart 2011

Vrijheid, blijheid

Op Kenniskantoor (cfr. vorige blogartikel) wordt vandaag de vraag gesteld waarom bibliotheken vanuit het standpunt klantvriendelijkheid niet steeds kiezen voor het aanbieden van een open draadloos netwerk aan hun bezoekers. Verwijzingen naar andere instellingen en organisaties die dit wel doen zijn daarbij snel gevonden. Onderliggend bespeur ik de vaststelling dat bibliotheken, ondanks het bijvoegsel openbaar, toch weer nodeloos belemmeringen opwerpen.

Wat het aspect beveiliging betreft kan, zoals ook in de discussie aangehaald, het standpunt worden gehuldigd dat de bezoekers voor zichzelf dienen uit te maken of ze hun gegevens al dan niet via een open netwerk willen versturen. Al kan je je hierbij wel de vraag stellen of de modale gebruiker zich wel bewust is van de “risico’s”. Het zou bijvoorbeeld een onderdeel van de dienstverlening van de bibliotheek kunnen zijn te zorgen voor een veilige werkomgeving.

In mijn reactie op Kenniskantoor schreef ik reeds over de extra dienstverlening die mijn bibliotheek via het draadloos netwerk wil aanbieden waardoor we ook gekozen hebben voor een gecontroleerde toegang. Maar los van deze concrete optie voor mijn bibliotheek, kan je je ook afvragen of de keuze voor een open netwerk op langere termijn het meest aangewezen is. Vanuit het standpunt van gemakkelijke toegankelijkheid van het informatieaanbod pleit alles voor het open netwerk zonder aanmeldingsbeslommeringen. Ook de lage drempel en de klantvriendelijkheid zijn eerbare doelstellingen. Maar ik maak me toch de bedenking of we uiteindelijk niet onze fundamentele opdracht als informatiebemiddelaar aan het ondergraven zijn. We beweren de kwaliteit van het aanbod in de bib te garanderen, onder andere door doelgericht collectiebeleid waarbij kennis en expertise van de bibliotheekmedewerker in de weegschaal worden geworpen (nietwaar fervente bestrijders van centrale collectievorming?). Maar wat het internet betreft leggen we ons blijkbaar zonder meer neer bij de dominantie van Google en andere zoekmachines en kunnen onze anders zo strikt gehanteerde kwaliteitscriteria zonder meer begraven worden. We geven onze bezoeker onbegeleide toegang tot het wereldwijde web en verwachten dan misschien nog dat hij/zij uit eigen beweging een aantal door het bibliotheekveld opgezette tools zal gebruiken.

Neem je wensen voor werkelijkheid beste collega’s maar ik vrees dat er meer nodig zal zijn om onze marktpositie te vrijwaren. Hoe lang zal het nog duren voor ook in jouw gemeente een keur aan gratis draadloze netwerken beschikbaar zal zijn? En wat heb jij met je open netwerk dan meer te bieden dan de supermarkt, de stamkroeg, het station en tutti quanti? Misschien heb ik dan met mijn gesloten netwerk, maar met een kwalitatief aanbod en daadwerkelijke ondersteuning, dat beetje extra dat de surfer naar de bibliotheek kan lokken. Althans zal Bibliotheek Turnhout haar opdracht als informatiebemiddelaar serieus ter harte hebben genomen.

donderdag 3 maart 2011

Kenniskantoor

Meer en meer collega’s vinden de weg naar Kenniskantoor, het informatieuitwisselingsplatform van Bibnet. En dat was ook de bedoeling. Dergelijke sites hebben maar zin wanneer voldoende bezoekers in de pen (i.c. in het toetsenbord) kruipen om informatie te delen. Enkele bemerkingen na meer dan een maand aanwezigheid op het web.Kop Kenniskantoor

1. Inderdaad al meer dan 500 leden op het moment dat ik dit bericht schrijf, maar ik moet opnieuw vaststellen dat er heel wat “kijkers” zijn en heel wat minder “schrijvers”. Een vaststelling die ook al kon gemaakt worden voor de fora zaliger en voor alle andere kanalen die in het verleden al werden ingericht om bibliotheekmensen hun zeg te laten doen. Als ik me niet vergis heb ik hierover in een eerder blogbericht al eens mijn gedacht gezegd.

2. We hebben geen smoel in de bibliotheek. We zijn grijLedenze muizen, stofjasgeschofte dwangarbeiders van het boekenrek. Meer zelfs, we zijn smurfen, blauwe karakterarme figuurtjes. Althans dat moet ik concluderen wanneer ik de ledenlijst van Kenniskantoor overloop. Waar zijn die karaktervolle koppen? Waar zijn die balie-adonissen en inspirerende informatiebemiddelaars? Waar de echte sociale netwerkfan zijn hele hebben en houden het net opgooit (inclusief soms beter gedelete foto’s) verschuilt de gemiddelde bibliotheekmedewerker zich achter een betekenisloos profielsilhouet. Denken we zo met de bib onze plaats te kunnen veroveren op het web? Maja, ben je er echt van overtuigd dat de imagocampagne succesvol kon worden afgesloten?

3. Er schort nog wat aan de structuur en opbouw van de site. De meeste tabs ogen wat rommelig en de navigatie is me, ook na herhaaldelijk gebruik, nog steeds niet helemaal duidelijk. De boodschap ‘recente activiteiten’ verwijst blijkbaar ook niet steeds naar een inhoudelijke inbreng zodat je hieraan geen boodschap hebt wanneer je snel de meest recente commentaren wil bekijken.

4. Ondanks de bovenstaande opmerkingen blijft het Kenniskantoor een lovenswaardig initiatief dat de tijd moet krijgen om te rijpen. De uitdaging blijft meer dan ooit om de bezoeker na een eerste kennismaking te verleiden terug te keren, en opnieuw, en opnieuw. En misschien volgt het schrijven dan ook wel.

zaterdag 26 februari 2011

De kop is er af

Na een langzame start en een stevig middenstuk mocht ook de afsluiting van ons eerste bibcafé er wezen. De opkomst was meer dan behoorlijk en de drankjes gingen vlot over de toog (met dank aan onze inwonende vrienden van Strip Turnhout voor de gulle tractatie). Onze vers gepensioneerde medewerker Cor kreeg een gepast afscheid met lied aangeboden (met dank aan Frans Bauer voor de melodie) en een aantal collega’s testten de kwaliteit van onze vloerbedekking als dansvloer (met dank aan de niet-dansers voor hun mededogen). De minst aanstootgevende beelden hiervan kan je bekijken op onze biblog.

vrijdag 25 februari 2011

Cheers

Zoals je wellicht wel weet heeft de Turnhoutse bibliotheek een gedwongen verhuizing naar een tijdelijke locatie achter de rug. Meestal biedt zo’n tijdelijke behuizing niet het comfort van de vroegere verblijfplaats, maar op bepaalde plaatsen kan dit toch best meevallen. Waar onze vorige personeelsruimte een eerder duister lokaal was in de kelder, zitten we nu 3 hoog met veel daglicht en uitzicht over de Turnhoutse daken. Bovendien kwamen we bij een eerste verkenning reeds tot de ontdekking dat een oud stedelijk meubel, na een lange omzwerving, opnieuw in het bezit was gekomen van een stedelijke dienst. Onze personeelsruimte herbergt namelijk de toog die een kleine eeuwigheid geleden tot het patrimonium van de stadhuisbar behoorde. Dergelijke fijne ontdekking inspireerde ons natuurlijk onmiddellijk: hier moest en zou een zinvolle herbestemming aan gegeven worden.

166_6687 

En ziehier! Vandaag krijgt dit trotse meubel een tweede leven in ons bibcafé “In ‘t Boek Toe”. Eénmaal per maand zijn collega’s, oud-medewerkers en gepensioneerden, beheerraadsleden, collega’s uit de sector cultuur en vrije tijd en politici welkom op de krukken voor de toog. Zo kunnen ze bij een democratisch geprijsd natje de werkweek afsluiten en/of herinneringen ophalen aan heroïsche tijden uit een ver bibliothecair verleden.

donderdag 24 februari 2011

Een nieuwe start

Vandaag is er weer een nieuwe mijlpaal gezet in de ontwikkeling van de Turnhoutse bibliotheek. Tussen 2003 en 2005 werden heel wat administratieve processen geautomatiseerd (beheer internetcomputers, RFID-zelfbediening, betaalautomaat, … ) en in 2009 werd een visiedocument neergelegd waarin onze dienstverlening voor minstens de volgende 10 jaar wordt uitgetekend. Als voorlopig sluitstuk werd deze voormiddag tijdens een algemene personeelsvergadering het nieuwe organogram voorgesteld dat ons de mogelijkheid moet bieden om de doelstellingen uit het visietraject ook daadwerkelijk te realiseren.

image

Als alles volgens plan verloopt zal op termijn van ca. anderhalf jaar een hele lichting nieuwe medewerkers actief zijn in functies die tot op vandaag in onze bib niet bestonden. Onze strooptocht op de arbeidsmarkt moet halfweg 2012 één collectiemedewerker (C-niveau), vijf consulenten (B-niveau) en één beleidsadviseur hebben opgeleverd.

Als eerste in het rijtje kan je momenteel kandideren voor de functie van consulent personeel en administratie. Opzet is dat deze medewerker heel wat administratieve taken die momenteel nog versnipperd zitten bij verschillende personeelsleden gaat uitvoeren en/of opvolgen. Deze rationalisatie moet het de andere medewerkers mogelijk maken om zich, meer dan voorheen, met de bibliotheekbezoeker bezig te houden.

Ook nog even vermelden dat voortaan voor geen enkele functie in onze bibliotheek nog een bibliotheekopleiding vereist is. Daarnaast kan elke medewerker die via de “grote poort” is aangeworven en beschikt over de nodige graadanciënniteit deelnemen aan bevorderingsexamens voor een hogere functie. Met andere woorden: beroepservaring en permanente vorming vormen een solide basis voor een stimulerende loopbaan in onze bibliotheek.

zaterdag 6 november 2010

Bibschool Web Awards

Inderdaad beste bloglezer, het is erg lang stil gebleven op deze site. De verhuisperikelen van de Turnhoutse bibliotheek (natuurlijk te volgen op de biblog) en andere zorgen waren verantwoordelijk voor deze writer’s block.

Het was dus des te meer opmerkelijk dat deze blog bij de nominaties verscheen van de Bibschool Web Awards. Als je laatste post van 2 juli dateert kan je moeilijk gewagen van een schrijfwaterval. Ik zal dus maar veronderstellen dat de keuze voor deze blog het gevolg is van het ontbreken van veel concurrentie. Of mag ik toch op een zekere waardering rekenen voor het af en toe formuleren van een “dwarse” mening? De dweperige fietsverslagen moet je er maar node bijnemen.

Wil je in de toekomst terug meer van dat, verhoog dan de morele druk op ondergetekende door ook uw stem uit te brengen op deze site. En voel zeker geen schroom om hierbij ook uw wereldwijdewebrelaties aan te spreken hetzelfde te doen.

vrijdag 2 juli 2010

Mémoires d’outre-tombe

Niet elke bibliothecaris maakt het mee om vermoord te worden in zijn/haar bibliotheek. Ondergetekende heeft de (betreurenswaardige?) eer om als slachtoffer te mogen figureren in een moordcomplot, uitgedacht door enkele op sensatie beluste medewerkers om de collectie spannende boeken onder de aandacht van het lezerspubliek te brengen. Ze stonden te dringen moord om op te mogen draven in het lijstje van verdachte collega’s en zelfs enkele medewerkers van andere stedelijke diensten boden spontaan hun medewerking aan. Het meest bizarre en vergezochte motief werd bovengehaald waarbij dan ook nog sympathie kon worden opgebracht voor de dader, maar het meest voor de hand liggende, de crime passionel, bleef buiten zicht.

Kortom, ik ben verplicht om me gedurende twee maanden gedeisd te houden wil de opgezette actie ook maar enige kans op succes hebben. Of onderschat ik schromelijk het inlevingsvermogen van de gemiddelde bezoeker van onze Turnhoutse bib?