donderdag 2 juni 2011
Rit 2 : Geweldig genoten
De zon stond al lang voor het opstaan te schitteren (zag ik door de gesloten gordijnen) en toen ik omstreeks halfacht de bedstede verliet was ook de buitentemperatuur al behoorlijk opgeklommen. Omdat onze hospita het ontbijt pas serveerde vanaf halfnegen had vroeger opstaan weinig zin. De rit was vandaag trouwens vrij kort, dus dat was niet echt een probleem.
We hebben vandaag echt een mooi stukje Wallonie (hulp, er staat geen trema op mijn qwerty-toetsenbord!) ontdekt. Schitterende landschappen met geweldige fietswegen en vandaag kon de Gaume inderdaad genieten van een aangenaam microklimaat. We zullen de fietsteven nog meer naar dit gebied moeten wenden. Wel was het parcours behoorlijk geaccidenteerd (net zoals dat stukje weg in die wondermooie afdaling richting Herboumont).
Na welgeteld 78 kilometer werd de Franse grens overfietst en vlakte het landschap ook uit. Onder een staalblauwe hemel nam het Frankrijkgevoel snel van ons bezit. Dit Frankrijkgevoel is moeilijk te beschrijven voor die ongelukkige die nooit de ervaring heeft mogen meemaken om te fietsen over verlaten Franse wegen onder aangename (neen zelfs ideale) weersomstandigheden. Het brengt de bezitter ervan in een staat van euforie waarbij de zintuiglijke waarnemingen bijdragen tot een staat van genade (te vergelijken met een orgasme maar 't duurt veel langer). Het was weer gewoon helemaal van ons.
De klok op de toren sloeg vier toen we het nietige oord Foameix-Ornel binnenreden en de enige dwarsstraat insloegen naar onze CdH. Prima locatie overigens, goede kamers en nette badkamers.
Toch een minder aangename verrassing toen ik mijn gsm vastnam. Een sms-je van het thuisfront met de boodschap om mijn webmail na te kijken in verband met een misgelopen reservering van een CdH. Ik had dinsdag net voor vertrek nog alle gereserveerde CdH's gemaild met de boodschap dat men ons gezelschap op de afgesproken dag mocht verwachten. Nu had 1 eigenaar laten weten dat er toch een vergissing was gebeurd en dat we zaterdag niet terecht konden in hun logement (ook al was een bevestigingsmail verstuurd waarop ze gereageerd hadden en was er een voorschot gestort). Na een telefoontje waarin ik in mijn mooiste frans (maar zelfs dan niet om aan te horen) onze zaak verdedigde, werd er toch nog een oplossing gevonden. Er zou wat geschoven worden met kamers en hun inhoud zodat uiteindelijk iedereen een bed zou kunnen krijgen.
Gelukkig, want zo'n situatie als vorig jaar waarbij we na een lange en inspannende rit voor een gesloten deur stonden, wil ik niet opnieuw meemaken. De rit van zaterdag is trouwens de langste uit het rijtje en meer hoeft dat die dag echt niet te zijn.
Rit 2 : Van Naomé naar Foameix-Ornel
Was de rit van gisteren een kopie van die uit 2009, vandaag kiezen we reeds bij het buitenrijden van Naomé een andere richting. Het kompas wijst Zuidoost en meer dan de helft van de route loopt nog op Belgisch grondgebied. Een eerste plaatsnaam die bij velen een belletje zal doen rinkelen is Herbeumont, een toeristenvlek in het dal van de Semois. Dit betekent wel een leuke afdaling naar de rivier, maar nadien zal er natuurlijk weer geklommen moeten worden. We volgen de Semois stroomopwaarts tot Florenville in de Gaume (naar verluid heerst hier een aangenaam microklimaat, hopelijk ook op 2 juni 2011). De plaatselijke VVV wenst ons op haar website alvast een welgemeend (en hardnekkig) welkom. Na Florenville verlaten we de meanderende Semois en wenden de steven naar de abdij van Orval. De kennismaking met het plaatselijke trappistenbier zal echter beperkt blijven tot het opsnuiven van de brouwgeuren want een uitgebreide degustatie zo vroeg op de dag zorgt gegarandeerd voor “afgesneden” benen. Het gaat dan verder heuvel op en heuvel af tot we enkele kilometers voorbij Virton in Torgny de Franse rijksgrens bereiken.
Via het dal van de Chiers gaat het in dalende lijn, want stroomafwaarts, naar Longuyon. In deze streek van teloorgegane staalindustrie is het nu wel beter toeven dan eertijds al is het voor de plaatselijke bevolking niet eenvoudig om werk te vinden in eigen streek. Het laatste stuk van de rit loopt weer door de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog met de soldatenkerkhoven langsheen de route (vooral Duitse). Halt houden doen we na 121 kilometer in de CdH “Au bois de mon coeur” in Foameix-Ornel waar veel in het teken staat van muziek. Het beloofde avondmaal met streekproducten zorgt zeker voor een geslaagde afsluiting van de dag.
woensdag 1 juni 2011
Rit 1 : Goed aangekomen in Naome
De douche hebben we al gehad, het krantje is al gedownload op de iPad en straks wachten de scampi's (kennen we nog van twee jaar geleden) en de filet de canard. De meteo voor morgen voorspelt nog beter weer dan vandaag. Kortom, onze fietsvakantie heeft een goede start genomen.
Vanuit het zuiden des lands de groeten aan de thuisblijvers.
Rit 1 : Van Sint-Joris-Winge naar Naomé
De trouwe bloglezers met een ijzersterk geheugen zullen zich herinneren dat 2 jaar geleden (27 mei 2009) in deze blog reeds een bericht verscheen met dezelfde titel. En inderdaad, het parcours van vandaag is nagenoeg een exacte kopie van deze rit. Enkel onmiddellijk na de start verplichten wegenwerken ons de route enkele kilometers te verleggen maar voor de rest kunnen we terugvallen op de gps-route van twee jaar geleden.
Voor een beschrijving lees je dus gewoon het bericht van toen en na een tocht van 141 kilometer landen we ook nu weer in La Ferme du Grand Frêne. Toen kregen we scampi’s en kwarteltjes geserveerd, als de wifi nog beschikbaar is kan je hier straks lezen wat er nu op het menu staat.
Net zoals steeds kan je door te klikken op de kaart Google Maps openen en de route nauwkeuriger bekijken.
dinsdag 31 mei 2011
De voorbereiding zit er op
De noodzakelijke trainingskilometers zijn afgemaald en de conditie is op peil (met dank aan het heerlijke voorjaarsweer), de beentjes zijn ingesmeerd, de route uitgestippeld, de racefiets gepoetst en de koffers gepakt. We zijn weer klaar voor de jaarlijkse fietsvakantie in Frankrijk. We, dat zijn mijn schoonbroer en ik als lustige trappers en mijn schoonouders als trouwe verzorgers. Voor de 15de maal reeds en dus behoorlijk op elkaar ingespeeld.
De tocht gaat weer zuidwaarts natuurlijk. Tien ritten doorheen “la douce France” (hopelijk niet teveel “la douche France” want daarvan hebben we de voorbije jaren ons deel wel gehad) met als slot een literair toetje; dat mag je verwachten van een bibliothecaris. Je kan onze belevenissen, net zoals de voorbije jaren, weer dagelijks volgen op deze blog. De iPad gaat ook mee zodat de beschikbaarheid van een internetverbinding op onze overnachtingsplaats kan resulteren in knapperig verse ritcommentaren.
Zij die gaan fietsen, groeten u.
maandag 7 maart 2011
Vrijheid, blijheid
Op Kenniskantoor (cfr. vorige blogartikel) wordt vandaag de vraag gesteld waarom bibliotheken vanuit het standpunt klantvriendelijkheid niet steeds kiezen voor het aanbieden van een open draadloos netwerk aan hun bezoekers. Verwijzingen naar andere instellingen en organisaties die dit wel doen zijn daarbij snel gevonden. Onderliggend bespeur ik de vaststelling dat bibliotheken, ondanks het bijvoegsel openbaar, toch weer nodeloos belemmeringen opwerpen.
Wat het aspect beveiliging betreft kan, zoals ook in de discussie aangehaald, het standpunt worden gehuldigd dat de bezoekers voor zichzelf dienen uit te maken of ze hun gegevens al dan niet via een open netwerk willen versturen. Al kan je je hierbij wel de vraag stellen of de modale gebruiker zich wel bewust is van de “risico’s”. Het zou bijvoorbeeld een onderdeel van de dienstverlening van de bibliotheek kunnen zijn te zorgen voor een veilige werkomgeving.
In mijn reactie op Kenniskantoor schreef ik reeds over de extra dienstverlening die mijn bibliotheek via het draadloos netwerk wil aanbieden waardoor we ook gekozen hebben voor een gecontroleerde toegang. Maar los van deze concrete optie voor mijn bibliotheek, kan je je ook afvragen of de keuze voor een open netwerk op langere termijn het meest aangewezen is. Vanuit het standpunt van gemakkelijke toegankelijkheid van het informatieaanbod pleit alles voor het open netwerk zonder aanmeldingsbeslommeringen. Ook de lage drempel en de klantvriendelijkheid zijn eerbare doelstellingen. Maar ik maak me toch de bedenking of we uiteindelijk niet onze fundamentele opdracht als informatiebemiddelaar aan het ondergraven zijn. We beweren de kwaliteit van het aanbod in de bib te garanderen, onder andere door doelgericht collectiebeleid waarbij kennis en expertise van de bibliotheekmedewerker in de weegschaal worden geworpen (nietwaar fervente bestrijders van centrale collectievorming?). Maar wat het internet betreft leggen we ons blijkbaar zonder meer neer bij de dominantie van Google en andere zoekmachines en kunnen onze anders zo strikt gehanteerde kwaliteitscriteria zonder meer begraven worden. We geven onze bezoeker onbegeleide toegang tot het wereldwijde web en verwachten dan misschien nog dat hij/zij uit eigen beweging een aantal door het bibliotheekveld opgezette tools zal gebruiken.
Neem je wensen voor werkelijkheid beste collega’s maar ik vrees dat er meer nodig zal zijn om onze marktpositie te vrijwaren. Hoe lang zal het nog duren voor ook in jouw gemeente een keur aan gratis draadloze netwerken beschikbaar zal zijn? En wat heb jij met je open netwerk dan meer te bieden dan de supermarkt, de stamkroeg, het station en tutti quanti? Misschien heb ik dan met mijn gesloten netwerk, maar met een kwalitatief aanbod en daadwerkelijke ondersteuning, dat beetje extra dat de surfer naar de bibliotheek kan lokken. Althans zal Bibliotheek Turnhout haar opdracht als informatiebemiddelaar serieus ter harte hebben genomen.
donderdag 3 maart 2011
Kenniskantoor
Meer en meer collega’s vinden de weg naar Kenniskantoor, het informatieuitwisselingsplatform van Bibnet. En dat was ook de bedoeling. Dergelijke sites hebben maar zin wanneer voldoende bezoekers in de pen (i.c. in het toetsenbord) kruipen om informatie te delen. Enkele bemerkingen na meer dan een maand aanwezigheid op het web.
1. Inderdaad al meer dan 500 leden op het moment dat ik dit bericht schrijf, maar ik moet opnieuw vaststellen dat er heel wat “kijkers” zijn en heel wat minder “schrijvers”. Een vaststelling die ook al kon gemaakt worden voor de fora zaliger en voor alle andere kanalen die in het verleden al werden ingericht om bibliotheekmensen hun zeg te laten doen. Als ik me niet vergis heb ik hierover in een eerder blogbericht al eens mijn gedacht gezegd.
2. We hebben geen smoel in de bibliotheek. We zijn grijze muizen, stofjasgeschofte dwangarbeiders van het boekenrek. Meer zelfs, we zijn smurfen, blauwe karakterarme figuurtjes. Althans dat moet ik concluderen wanneer ik de ledenlijst van Kenniskantoor overloop. Waar zijn die karaktervolle koppen? Waar zijn die balie-adonissen en inspirerende informatiebemiddelaars? Waar de echte sociale netwerkfan zijn hele hebben en houden het net opgooit (inclusief soms beter gedelete foto’s) verschuilt de gemiddelde bibliotheekmedewerker zich achter een betekenisloos profielsilhouet. Denken we zo met de bib onze plaats te kunnen veroveren op het web? Maja, ben je er echt van overtuigd dat de imagocampagne succesvol kon worden afgesloten?
3. Er schort nog wat aan de structuur en opbouw van de site. De meeste tabs ogen wat rommelig en de navigatie is me, ook na herhaaldelijk gebruik, nog steeds niet helemaal duidelijk. De boodschap ‘recente activiteiten’ verwijst blijkbaar ook niet steeds naar een inhoudelijke inbreng zodat je hieraan geen boodschap hebt wanneer je snel de meest recente commentaren wil bekijken.
4. Ondanks de bovenstaande opmerkingen blijft het Kenniskantoor een lovenswaardig initiatief dat de tijd moet krijgen om te rijpen. De uitdaging blijft meer dan ooit om de bezoeker na een eerste kennismaking te verleiden terug te keren, en opnieuw, en opnieuw. En misschien volgt het schrijven dan ook wel.